Het Gezelschap "Practische Studie"
Het Gezelschap "Practische Studie" is de studievereniging van studenten Civiele Techniek aan de TU Delft. In 1886 besloot een aantal leden van het Delftsch Studenten Corps "den leden gelegenheid te geven zich in bijeenkomsten onderlingh te bekwamen in den Civiel- en Bouwkundige Ingenieurswetenschappen". Hiermee werd de basis gelegd van Het Gezelschap "Practische Studie", de studievereniging die in 1894 officieel werd opgericht. Meer over deze rijke geschiedenis kunt u vinden onder de noemer geschiedenis.
Reeds 130 jaar lang houdt de vereniging zich bezig met het aanbieden van studie-ondersteunende en studie-aanvullende activiteiten. Om dit te kunnen doen zijn 200 van de 2200 leden actief betrokken in de organisatie van de diverse activiteiten. In de vorm van een 28 commissies staan zij hier voor garant. Om de continuïteit te waarborgen en om overkoepelende taken uit te voeren zijn 7 bestuursleden een studiejaar fulltime aan het werk.
Onderwijs
De "bewaking" van de kwaliteit van het onderwijs vormt een belangrijk deel van het bestaansrecht van een studievereniging. Hoogleraren waarderen het om respons vanuit de collegebanken te krijgen om zodoende het niveau van het onderwijs te kunnen verhogen. Bovendien is het regelmatig nodig de belangen van de student actief te behartigen. Door middel van onder andere het fulltime werk van de twee onderwijscommissarissen, de onderwijscommissies, de klachtenboeken en voorbeeldtentamens, speelt Het Gezelschap "Practische Studie" een actieve rol op onderwijsgebied
Studie-ondersteunende activiteiten
De TU Delft staat garant voor een academische studie met de benodigde theoretische kennis. Af en toe wordt het studeren echter vergemakkelijkt door het verkrijgen van inzicht in praktijksituaties. De student moet uiteraard contact blijven houden met de wereld waarin hij of zij later terechtkomt. Het Gezelschap "Practische Studie" staat garant voor deze link naar de practische wereld. Door middel van excursies, studiereizen, workshops, symposia en bedrijvendagen kan de student “feeling” krijgen voor hetgeen in de boeken beschreven staat.
Studie-aanvullende activiteiten
Naast onderwijs en studie-ondersteunende activiteiten houdt Het Gezelschap "Practische Studie" zich ook met studie-aanvullende activiteiten, zodat studenten bij verschillende activiteiten gezellig met elkaar om kunnen gaan. Voorbeelden hiervan zijn uitjes van de activiteitencommissie, een feest dat elk jaar in de Diesweek wordt georganiseerd en het jaarboek dat elk jaar uitkomt.
Organisatie en communicatie
Naast activiteiten heeft Het Gezelschap "Practische Studie" de studenten nog meer te bieden. De student kan zelf actief worden in het organiseren van de desbetreffende activiteiten. Dit is beslist een verrijking van zowel de organisatorische als communicatieve vaardigheden. Dat de Delftse student op technisch gebied uit de voeten kan, zal iedereen duidelijk zijn, dat hij of zij echter ook haar product kan verkopen kan alleen maar een verbetering zijn!
Geschiedenis van Het Gezelschap "Practische Studie" - 13 februari 1894
Het is in het jaar 1878 dat de naam "Practische Studie" voor het eerst opduikt, namelijk bij de oprichting van het dispuut "Practische Studie". Dit dispuut van het Delftsch Studenten Corps werd op 12 november 1878 opgericht. Het doel van de vereniging was het bezichtigen van musea, fabrieken, gebouwen en andere zaken die voor de technicus van belang waren. Opmerkelijk is dat deze vereniging een dispuut was voor studenten van alle studierichtingen, want er was geen directe relatie met de afdeling Weg- en Waterbouwkunde of Bouwkunde. Tegen het eind van de jaren ’80 werd dit dispuut steeds minder actief.
In 1886 werd vervolgens door de toenmalige studenten Weg- en Waterbouwkunde en Bouwkunde wederom een dispuut van het DSC opgericht. De naam werd Uit Louter Ingenieurs. ULI bleef beperkt tot een kleine kring, want slechts 12 gewone leden, lid van het DSC, mochten gekozen worden. Het doel trachten zij te bereiken door het houden van voordrachten en het doen van excursiën naar in aanbouw zijnde werken. Het ligt voor de hand dat het beperkte aantal leden de reden is voor de oprichting van een nieuwe vereniging PS.
Studenten Weg- en Waterbouwkunde en Bouwkunde richtten op 13 februari 1894 het Civiel en Bouwkundig Gezelschap "Practische Studie" op. Het eerste bestuur bestond uit: C. de Graaf (President), C.G.J.W. Koopman (Secretaris) en J.J.L. Bourdrez (Thesaurier), de latere oprichter van de HBG. PS werd opgericht door leden van het DSC, maar Het Gezelschap stond los van het corps. Later namen ook studenten die geen lid waren van het DSC zitting in het bestuur van PS. De voorzitter was tot in de jaren zestig wel altijd een lid van het DSC. De activiteiten van het gezelschap bestonden in de begintijd vrijwel alleen uit lezingen en excursies.
Tijdens het vijfde lustrum in 1919 werden door de Eereleden penningen aangeboden aan het bestuur. Deze werden en worden nog steeds gedragen tijdens officiële aangelegenheden. De ereleden en leden van verdienste van PS waren veelal hoogleraren en personeelsleden van de faculteit om de goede band met de faculteit te benadrukken.
Op 23 november 1940 verzamelde menig student zich om het laatste college van de joodse professor Josephus Jitta bij te wonen. De Duitse bezetter had namelijk de dag daarvoor besloten de joodse docenten uit hun functie te ontheffen. Het college ging niet door en in plaats daarvan hield de voorzitter van PS, Frans van Hasselt, een gloedvol betoog over het onrecht dat was gebeurd, op de trappen van het gebouw aan het Oostplantsoen. Hij sloot deze af met: "Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen." De secretaris van dat bestuur, Hugenholtz, liquideerde in het najaar van 1941 een agent-provocateur. Hugenholtz wist te ontkomen en overleed bij een poging Engeland te bereiken. Van Hasselt werd echter opgepakt vanwege vermeende betrokkenheid bij die moord. Hij overleed in het concentratiekamp Buchenwald.
Rond de oorlogsjaren tekende zich ook een scheiding af tussen twee takken van het bestuur, de civieltechnische en een bouwkundige tak. Het gevolg was de afscheiding van Stylos in 1947. Ondanks het leeftijdsverschil van 53 jaar beweert Stylos precies even oud te zijn. Uit PS is ook de studievereniging voor geodeten Snellius voortgekomen.
In de jaren daarna nam het aantal activiteiten toe. In 1954 werd als lustrumstunt een maquette van een haven in Katwijk aan de burgemeester van deze plaats aangeboden. De stunt trok veel aandacht, want er werden zelfs kamervragen gesteld. De haven is er (uiteraard) nooit gekomen.
Civiel was een studie voor mannen, maar reeds in 1911 trad de eerste vrouw als penningmeester aan. Mej. M. Cherieux was student bouwkunde; het duurde tot 1973 voordat de eerste vrouwelijke civiel student in het bestuur aantrad. Tegenwoordig is het normaal dat er minimaal één vrouw in het PS bestuur zit. In het collegejaar 1980-1981, is er zelfs de eerste een vrouwelijke voorzitter geweest.
In het PS bestuur zetelt vanaf 1964 jaarlijks minstens één Commissaris Onderwijs. Begin jaren ’60 waren er problemen met het onderwijs bij Weg- en Waterbouwkunde: te veel studenten en een hoge uitval van studenten. Een door PS ingestelde onderwijscommissie gaf aanbevelingen om de kennisoverdracht van hoogleraren aan studenten te verbeteren. Sindsdien kwam er steeds meer aandacht voor didactiek en de relaties tussen studenten en hoogleraren werd informeler. In 1989-1990 werd het blokonderwijs ingevoerd. Het jaar werd verdeeld in maar liefst tien blokken. Door vakken in zo’n kort tijdsbestek zouden betere studieprestaties worden behaald. De studenten kwamen echter hiertegen in opstand, want het systeem was te schools en het bood weinig ruimte naast de studie. Kort daarna werd het blokonderwijs afgeschaft.
Bijzonder was de viering van het 100-jarig bestaan. Speciaal voor dit evenement werd een stichting in het leven geroepen die verschillende activiteiten organiseerde. Kenmerkend waren het plaatsen van een betonnen standbeeld van Hugo de Groot op de markt van Delft, PS 100 op het gebouw van Elektrotechniek, Arc de Civiel van steigerbuizen, Goedele Liekens, een groots gala etc. Helaas dat het touwtrekken tegen Bouwkunde niet geheel slaagde.
Voor het organiseren van alle activiteiten steunt PS op de vele commissieleden. Het aantal activiteiten is in de loop van de tijd flink toegenomen. Zo wordt jaarlijks een bedrijvendag en een Civiel Ontvangst Weekend georganiseerd. Meerdere malen per jaar wordt een studiereis of meerdaagse excursie op poten gezet. Ook wordt een verenigingsperiodiek, de ExtraCT, vier maal per jaar uitgegeven. In 2000 is PS verhuisd naar een nieuwe locatie in het gebouw van Civiele Techniek, waardoor er veel meer ruimte is voor bestuur en commissies.
Op de bestuurswissel wordt jaarlijks het nieuwe jaarboek gepresenteerd. Een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van PS is te vinden in het historisch boekwerk, welke de naam "Van Archiefdoos tot Zetwerk" draagt. Deze is op te halen bij de PS balie. Daarnaast is er in het 125e verenigingsjaar een documentaire gemaakt over de geschiedenis van PS. Vraag ook hiervoor aan de PS balie hoe je deze kan bekijken.